Hooilanden van CERES
Op het met puin verharde terrein heeft zich na sluiting van de steenfabriek een vegetatie gevestigd die bestond uit pionierplanten en grassen. Zoals op de bovenstaande foto is te zien was de initiële fase van een dergelijke vegetatie in 1966 al aanwezig. Tijdens de afbraak in de winter van '73-'74 is deze vegetatie kapot gereden, bovendien is er plaatselijk puin en afval op terecht gekomen. De grote brokken (balken, stenen) en het afval is in de jaren '78-'79 verwijderd. Daarna heeft de bodem en de vegetatie een ongestoorde ontwikkeling doorgemaakt. Er ontstond een vegetatie van voornamelijk forse grassoorten en de eerste jaren bleef het terrein boomloos. Toen het gebied langzamerhand met bomen zou gaan dichtgroeien is eerst deze opslag van bepaalde delen verwijderd. Vervolgens is er op deze gedeelten een maaibeheer ingesteld. Het eerste jaar was het nodig om drie keer te maaien; daarna is twee keer voldoende om een hooiland vegetatie te laten voortbestaan inclusief de daarbij behorende kenmerkende plantensoorten. De eerste maaibeurt vindt gefaseerd plaats tussen eind juni en begin augustus, de tweede loopt gefaseerd door tot begin oktober. In alle gevallen wordt het gemaaide afgevoerd: direct of na enige dagen drogen.
Door het maaien gefaseerd uit te voeren blijven er voortdurend gedeelten bestaan met bloeiende planten die voedsel (nectar en stuifmeel) leveren aan bijen, hommels en andere insecten.
Hooiweiden van Ceres in 2013: boven west, onder de oudere oostelijke weide. Er is duidelijk te zien dat er enkele gedeelten wat langer blijven staan; dat gebeurt elk jaar op een andere manier. De vegetatie op de voorgrond van de bovenste foto wordt niet gemaaid en bestaat grotendeels uit Wilgenroosje en Grote brandnetel; opslag van houtige gewassen wordt regelmatig verwijderd.
Door deze manier van gefaseerd maaien worden niet alleen insectensoorten bevoordeeld, maar ook bepaalde plantensoorten. Door het maaitijdstip nauwkeurig te kiezen (juist voor of na de rijping van het zaad) kunnen gewenste soorten worden bevorderd en andere (minder gewenste) soorten worden beperkt.
Het gemaaide hooiweidegras van Ceres wordt op andere graslanden verspreid om deze soortenrijker te maken.
andere website
Maaien van een bloemrijke hooiweide is noodzakelijk om deze in stand te houden. Maaien veroorzaakt tijdelijke schade aan de weide fauna. Niet maaien zal de kenmerkende weide fauna doen veranderen en tenslotte laten verdwijnen. Door het maaitijdstip zorgvuldig te kiezen en te maaien met zeis of bosmaaier, wordt de schade beperkt. Grotere dieren zoals amfibieën en zoogdieren zullen dan vrijwel geen schade berokkend worden. De schade voor insekten wordt verder ingeperkt door gefaseerd te maaien, waarbij er altijd ongemaaide gedeelten aanwezig blijven voor voedsel en dekking.
Bijzonderheden
Bloemrijke hooilanden (en bermen en dijken) zijn op te vatten als natuurlijk erfgoed. Deze hooilanden zijn niet gemaakt, maar geëvolueerd door eeuwen lang boeren beheer. Dit beheer heeft ervoor gezorgd dat weiden en hooilanden een gewaardeerd onderdeel zijn gaan uitmaken van het landschap. Als gevolg van de invoering van kunstmest (vanaf het midden van de 19e eeuw), verbeterde ontwateringstechniek (draineerbuis, eveneens vanaf het midden van de 19e eeuw) en chemische bestrijdingsmiddelen (vanaf het midden van de 20e eeuw) zijn de bloem- en kruidenrijke graslanden geleidelijk verdwenen uit het agrarische landschap. Tegenwoordig zijn bloem- en kruidenrijke hooiweiden voornamelijk in natuurreservaten te vinden. Dijken en bermen kunnen - mits op de juiste manier beheerd - een refugium zijn voor zowel de flora als de fauna van hooiweiden.